Youp van ’t Hek interview in HuisartsenService

Deze week verschijnt de tweede editie van HuisartsenService magazine van 2024. Ook deze editie weer verzorgde buro33 een groot deel van de inhoud en de vormgeving. Onder meer in deze editie een door mij afgenomen interview met Youp van ’t Hek, die vorige week in Carré zijn allerlaatste cabaretvoorstelling gaf.

Youp van ’t Hek
“Ik heb mijn hoofd vol met dingen die ik nog op wil schrijven!”

Onlangs sloot Youp van ’t Hek (70) in Carré zijn carrière als cabaretier af. Naar eigen zeggen om – naar advies van zijn vader – ‘het feestje op tijd te verlaten’. Dat betekent echter niet dat hij achter de geraniums verdwijnt. “Ik heb nog zoveel plannen en zo’n tournee zat regelmatig in de weg.”

Youp van ’t Hek is een van ’s lands meest bekende cabaretiers. Onlangs gaf hij in Carré de allerlaatste show van zijn in 2022 gestarte afscheidstournee ‘De Laatste Ronde!’ en hij heeft niet de ambitie om ooit nog met een nieuwe voorstelling het podium te beklimmen. “Het is na vijftig jaar toch wel mooi geweest, nietwaar?”, zo lacht Youp in zijn kleedkamer in de Groningse Stadsschouwburg, voorafgaand aan zijn laatste optreden aldaar. “Toch neemt de weemoed toe, met elke ‘laatste’ show die je doet, sluit je steeds weer een boekje. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor je publiek. Natuurlijk heb ik al die jaren wel beseft dat ik ook onderdeel ben van het leven van het publiek. Maar tegelijk drong het op een of andere manier ook niet echt tot me door. Nu sta ik op het podium als een oude man met een hoofd vol herinneringen en is dat besef sterker. Zeker toen ik onlangs op initiatief van een schouwburg van iedere bezoeker een afscheidscadeautje kreeg. Dat waren vooral lolligheden als Buckler-glazen, maar iedereen had er ook iets bij geschreven. Tot mijn eigen verbazing deden juist de begeleidende briefjes mij heel erg veel.”

Wat schrijven mensen zoal?
“Dat gaat echt heel breed. Van ‘u was de eerste die ik ooit in het theater heb gezien’ en ‘mijn ouders lazen uw boekjes altijd en zo heb ik u leren kennen’ tot ‘we hebben uw muziek gedraaid op de uitvaart van een dierbare’ of ‘u heeft mij met uw werk door een depressie heen geholpen’. Mijn voorstellingen zijn sinds 1984 uitverkocht. Ik ben het misschien ook een beetje voor lief gaan nemen dat die mensen naar mijn voorstellingen kwamen om een avondje te lachen. Ik ben nu deze deur langzaam sluit ineens sterker gaan merken dat ik onderdeel van de levens van zo veel mensen bent geweest. Heel langzaam zie ik in dat hetgeen ik al die jaren heb gedaan ook een soort functie had.”

Was er eerder geen direct contact met het publiek?
“Oh zeker, toen kreeg ik uiteraard ook wel brieven, maar dat is nu ik ermee stop toegenomen. Dat is ook niet altijd positief, overigens. Mensen die schrijven dat ze in de familie een ruzie hebben gehad om mijn grappen, al vind ik dat idee dan wel weer grappig. Maar ik krijg soms ook berichtjes waar de honden geen brood van lusten, omdat mensen het niet met bijvoorbeeld een door mij geschreven column eens zijn. Dan stuur ik weleens een briefje terug. ‘Lucht het op?’. Dan hoor je ze meestal niet meer. Maar in andere gevallen merk je dat een brief terugschrijven ook echt wel impact maakt op het leven van de schrijver. Dat is waardevol.”

Een door u regelmatig aangehaalde boodschap van uw vader is ‘zorg ervoor dat een groot deel van de mensen een hekel aan je heeft, dán ben je leuk’…
“Dat is wel gelukt, nietwaar? Het advies van mijn vader is voor mij altijd nog heel belangrijk! Ik ben zelf nu op een leeftijd… Nou ja, ik ga niet met pensioen, ik ga andere dingen doen. Maar hij deed die uitspraken rond zijn pensioensleeftijd en hoe ouder ik word, hoe meer ik merk dat hij gelijk heeft gehad. Dus zijn adviezen worden alleen maar waardevoller. Het specifieke advies om het feest op tijd te verlaten past ook goed bij mij. Dus heb ik besloten dat 70 worden een mooi moment was om te stoppen met optreden voor de aftakeling inzet. Ik heb collega’s die in het harnas willen sterven. Ik niet, ik verlaat het feestje op het juiste moment.”

Komt dat besef ook omdat u een aantal jaar geleden bijna in het harnas bent gestorven?
“Niet direct. Ik ben een vrij pragmatisch mens. Ja, het ging even heel erg slecht, maar ik ben geopereerd, het probleem was voor mij daarmee opgelost en dan ga ik weer door. Je moet er niet te lang in blijven hangen, vind ik.”

U wilt niet aan uw eigen einde denken, is dat het?
“Eerder andersom, ik ben mijn hele leven al enorm met de dood bezig. Dat is al sinds het overlijden van mijn oma. In mijn voorstellingen doe ik nooit oud werk, al wil ik er rond kerst nog weleens een ‘Flappie’ in gooien. Maar ik zing wel elke avond ‘Niemand Weet Hoe Laat Het Is’. Dat liedje is inmiddels ook al zo’n 35 jaar oud en beschrijft precies hoe ik in het leven sta. Het kan zomaar over zijn, voor iedereen. Een maand voor mijn 70ste verjaardag overleed de moeder van mijn vrouw. Een geweldige vrouw, dik in de negentig en dat vinden we dan ‘een mooie leeftijd’. Ik grapte nog dat ik het wel netjes van haar vond dat ze zo precies alle festiviteiten had omzeild. Twee dagen voor mijn 70ste overleed mijn broer echter heel plots en dat maakt zo’n verjaardagsvoorstelling met de hele familie in de zaal en zeker dat lied ineens heel beladen. Het kan zomaar voorbij zijn. Daarom begrijp ik niet dat mensen lang zeiken over bepaalde dingen. Het leven is kort, het is één rechte streep van geboorte tot de dood die alleen maar ingewikkeld wordt gemaakt door bijzaken… Doe dat waar je hart ligt, doe de dingen die je wil doen en stel ze niet uit!”

Dat is in feite de rode draad in al uw voorstellingen geweest…
“Zelf heb ik ook wel een redelijke schijt aan verwachtingen gehad in mijn leven. Maar ik ben misschien ook niet helemaal van deze wereld. Ik heb mijn geld verdiend – en ik heb goed verdiend – en kon daardoor gewoon mijn eigen gang gaan. Dus het is niet helemaal eerlijk om met mij hierover te praten, want door mijn luxepositie heb ik makkelijk praten…”

U bent nu weer in prima conditie, maar dat is een aantal jaar niet zo geweest. Hoe heeft u in die periode het Nederlandse zorgsysteem ervaren?
“De zorg die ik heb ontvangen, was geweldig. De mensen die mij hebben geholpen zijn stuk voor stuk helden. Mijn huisarts is ook een heel leuke man, overigens. Daar heb ik in de loop der jaren een vriendschap mee opgebouwd. In veel opzichten is dit nog een huisarts van de ‘oude stempel’, zo’n familiedokter die meegroeit, ook je kinderen ziet et cetera. Je ziet dat soort huisartsen steeds minder, als je nu voor je schouder komt en je vraagt of er ook nog even naar je knie gekeken kan worden, moet je een nieuwe afspraak inplannen. Wat een onzin! Ik heb het familiaire van zo’n huisarts altijd als zeer prettig ervaren. Hij zei ook altijd ‘jou wil ik niet in de wachtkamer’, wetend dat daar zitten als ‘bekend iemand’ niet prettig kan zijn. Dat betekent ook dat ik altijd een rechtstreeks lijntje heb, mocht ik zorgvragen hebben. Inmiddels is hij ook met pensioen en gaan we af en toe uit eten met elkaar.”

Heeft hij adequaat kunnen helpen met de klachten destijds?
“Hij heeft toen ik klachten had, net als vele anderen artsen, zijn best gedaan, bloedonderzoek, noem maar op. Maar kon uiteindelijk niets vinden. Ik heb me anderhalf jaar echt heel belabberd gevoeld. Ik sliep voornamelijk, lag zelfs voor voorstellingen in de auto te tukken. Op een gegeven moment was de koek op, ik stortte in op het podium. Weer kon niemand iets vinden. Dat gebeurde een tweede keer en wederom…. De derde keer ben ik zelf van het podium gestapt en heb ik de hele toenmalige tournee afgeblazen. Ik was er vooral klaar mee dat het zo breed in de pers werd uitgemeten steeds; het moest gewoon worden opgelost voor ik ooit weer het podium op ging. Toen zei een vriend ‘ik weet een dokter, een professor in het AMC, en die geeft nooit op. Die heeft het heel druk, maar misschien kan ik regelen dat zij je ziet’. Dus ik vroeg hoe goed hij haar kende. Het bleek zijn ex. Zij las ook kranten, dus wist dat er ‘iets’ was. Tot mijn verbazing had ze voor het eerste consult anderhalf uur uitgetrokken. ‘Ik heb je dossier doorgelezen’, zo zei ze. ‘En dat is me veel te dik.’ Ze heeft me onbedaarlijk veel vragen gesteld en na het consult werd er drie hectoliter bloed afgenomen. Dat was op vrijdag. Op woensdag belde ze dat ook zij niets kon vinden. Maar ze gaf inderdaad niet op en zei ‘maar ik denk dat u naar de cardioloog moet’. Niet alleen dat, ze had al een afspraak voor me gemaakt voor diezelfde ochtend. Een paar uur later lag ik op de operatietafel en kreeg ik zes bypasses…”

Helpt het in zo’n geval om Youp van ’t Hek te zijn en niet een anonieme loodgieter?
“Ongetwijfeld, in die zin zit ik misschien niet helemaal eerlijk in de wedstrijd. Maar het is wel zo dat ik met niets dan bewondering heb gekeken naar al die mensen die op zo’n moment voor je aan het werk zijn, ongeacht wie je bent. Want ze renden hun benen voor iedereen uit het lijf. En als patiënt kan je niets anders dan je overgeven. Zij hebben dan de regie over de kleine komiek.”

Hoe gaat u nu met uw gezondheid en de controle daarop om?
“Ik leef bewuster, eet gezonder. En ik heb na afloop van alles die professor in het AMC een brief geschreven om haar en de internisten te bedanken. Ik eindigde de brief met de vraag ‘Wil je mijn dokter worden?’ en daar moest ze om lachen. Maar dat wilde ze wel. Dus nu heb ik een soort privéarts, zoals topsporters die ook hebben. Dat maakt dat ik deze laatste tournee een stuk zekerder op het podium sta.”

Wat zijn de plannen na deze tournee?
“Ik denk dat het tijd wordt om eens al mijn geld op te gaan maken.” – lacht. “Maar zonder dollen, ik heb een geweldige vrouw, onbedaarlijk leuke kinderen en nog leukere kleinkinderen. Met hen wil ik alle tijd inhalen die ik door al die optredens niet heb gehad. Ik wil de wereld bekijken, dus ik wil wat vaker op reis. Ook heb ik een piepklein huisje in Italië gekocht waar ik wil gaan schrijven. Ik heb nog zo veel dingen die ik wil doen, ik heb een hoofd vol met dingen die ik nog op wil schrijven en waar ik nooit de tijd voor had. Het wordt anders, maar ik wil het zeker geen pensioen noemen!”

[dit interview verscheen oorspronkelijk in HuisartsenService #2, 2024 – foto: Bob Bronshoff]

About The Author