PLAAT 051: Madhouse – 8

Onder de noemer Plaat Voor M’n Kop wekelijks op vrijdag de persoonlijke verhalen bij LP’s (en af en toe cd’s) die mijn leven gevormd hebben. Deze week 8 van Madhouse.

EKNL-Plaat051
Twee keer 8 is geen 16!

Deze week exact 28 jaar geleden verscheen 8 van Madhouse. Pas toen de band opende voor Prince tijdens de Sign “O” The Times tournee en het hier goeddeels Prince’ band betrof, had ik door dat dit gewoon stiekem een project van Prince zelf was en niet van diens saxofoonspeler Eric Leeds. Er ging een wereld voor me open.

Crimineel gedrag
De periode 1985-1987 is cruciaal geweest voor mijn muzikale ontwikkeling. Daar schijnt een wetenschappelijke verklaring voor te zijn. De muziek die je rond je twaalfde luistert, bepaalt volgens diverse onderzoeken enigszins de toekomst die je voor je hebt. Nu luisterde ik rond mijn twaalfde ook wel naar muziek waar je later crimineel gedrag van zou moeten gaan vertonen, maar goed. Ik luisterde in die tijd vooral heel veel naar Prince en David Bowie. Die twee hebben dus ongetwijfeld en ongemerkt mijn leven verder uitgestippeld.

Keuzemoment
Als volwassen muziekliefhebber is het triviaal, maar ik weet nog heel goed dat ik als jong ventje rond mijn twaalfde (ergens tussen de Labyrinth-film met Bowie en de release van Prince’ Sign “O” The Times) heel weloverwogen de beslissing maakte dat ik een muziekverzameling wilde starten en dat ik met mijn gespaarde geld moest kiezen tussen Prince en Bowie. Het was het debuutalbum van Madhouse dat de doorslag gaf, omdat door die LP bij mij het kwartje viel dat Prince niet alleen een ster voor, maar ook een meester achter de schermen was. Dat startte een muziekverzamelwoede die zich naast muziek in het algemeen meer specifiek focuste op de minimens uit Minneapolis, terwijl het voor dat keuzemoment net zo goed de kameleon uit Brixton had kunnen worden.

Slecht gekopieerd
Het was een openbaring voor me, dat Prince niet alleen onder zijn eigen naam muziek naar buiten bracht, maar eigenhandig ook verantwoordelijk was voor de fijne jazzfunk van Madhouse, voor het opzwepende werk van The Time, voor veel hits van Sheila E en noem ze allemaal maar op (het album van Jill Jones bijvoorbeeld, ook uit 1987). Dat vond ik in alle mysterie mateloos interessant. In een tijd zonder internet, zonder heel duidelijke vaste nieuwsbronnen en slecht gekopieerde fanblaadjes als handleiding, was het nog een echte speurtocht naar materiaal dat nog niet bekend was. Dat maakte elke gang naar de platenwinkel weer spannend.

Kleinigheidje
In het geval Madhouse volgde slechts enkele maanden na het debuut 8, waarop de tracks ook slechts een nummer als titel hadden, al het tweede album. Dit 16 bevatte eveneens met een achttal slechts genummerde tracks. Dat tweede album was lang zo sterk niet als de eerste. 8 draai ik dan ook nog steeds regelmatig. De jazzy funktracks (of funky jazznummers, zo je wil) zijn tijdloos, fris en nestelen zich in no-time in je hoofd. Toen de verzamelaar in mij recent onverwacht nog een Amerikaanse persing (catalogusnummer 1-25545) tegenkwam in een kringloopwinkel, moest ik die natuurlijk gewoon ook hebben. Zodat ik ‘m nu in feite dubbel heb. Een kleinigheidje, sommige van mijn favoriete albums staan nóg vaker in de kast. Ik lijk wel gek? Tsja, het zij zo…

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *